Paarse eekhoorn

Over water varend, kom ik langs een pijnboom met een blauwe arend.
Al krijsend zegt hij tegen mij: 'Pas op voor de rode slang hij is gemeen en liegt.
Voordat je het weet bijt hij in je enkel en dat geeft veel verdriet.'
'He! ho, arend oude vriend!' zei de rode slang.
'Voordat je mij beschuldigt. Jij kan er ook wat van!
Altijd maar krijsen dat je het, het beste weet. Maar als de cirkel is gebroken.
Geef jij alleen maar een loze kreet!'

Oh paarse eekhoorn!
Zeg me, dat je weet, waar de rode paddestoel leeft.
Want ik wil los van de slechte karma die aan me kleeft.
Even spacen, met de wolven huilen naar de maan.
Door de lucht heen zweven, en dan de zon begroeten met de haan.